E-learning RWS

Tijdens mijn afstuderen heb ik een e-learning ontwikkeld over de onboarding van het Werken voor met Partners Programma binnen de Rijkswaterstaat.

Category
INTERACTION
Client
Rijkswaterstaat

Project Description

Nieuwe medewerkers vinden het lastig om snel inzicht te krijgen in hun rol, processen en verantwoordelijkheden vooral bij samenwerkingen met externe partners. Op dit moment is er nog geen gestructrueerde inwerk programma binnen het programma WvmP.

De opdrachtgever signaleert dat dit leidt tot vertraging, verwarring en extra druk op collega’s.  Complexe informatie is vaak verspreid over meerdere documenten of platformen, waardoor  kennisoverdracht moeizaam verloopt.

THE STORY

Op dit moment is er nog geen gestructrueerd inwerk programma binnen het programma Werken voor met Partners (WvmP). Dit programma heeft als doel om samenwerkingen van Rijkswaterstaat met externe partners zoals andere overheden, kennisinstellingen en bedrijven op een professionele, doelmatige en rechtmatige manier in te richten.

De opdrachtgever ziet binnen dit programma een behoefte om nieuwe medewerkers beter te informeren, zodat zij sneller inzicht krijgen in de structuur, werkwijze en uitgangspunten van WvmP. De opdrachtgever ziet binnen dit programma een behoefte om nieuwe medewerkers beter te informeren, zodat zij sneller inzicht krijgen in de structuur, werkwijze en uitgangspunten van WvmP.

OUR APPROACH

Oriënteren en Begrijpen:

Om deze vraag te beantwoorden, zijn eerst kernbegrippen en deelvragen opgesteld. Daarna zijn er interviews gehouden met experts op het gebied van didactiek, UX (gebruiksvriendelijkheid) en leren & ontwikkelen. Hieruit kan het volgende geconcludeerd worden: De e-learning moet ontwikkeld worden in Lectora of Articulate Storyline, huidige e-learnings bevatten weinig interactie, er moet gewerkt worden met een storyboard, de e-learning moet bestaan uit korte modules van maximaal 10 minuten, ondersteuning met audio en visuele elementen is belangrijk en de vormgeving moet
voldoen aan de Rijkshuisstijl.

Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met collega’s en is er een gezamenlijke brainstormsessie gehouden. Hieruit bleek dat: Overheidsjargon lastig is, vooral door het grote aantal afkortingen. De huidige e-learnings als saai en statisch worden ervaren. Tot slot, er behoefte is aan duidelijke taal, praktijkvoorbeelden en meer interactie.

Ook is er deskresearch en literatuuronderzoek gedaan naar hoe je een leeromgeving het beste vormgeeft. De belangrijkste inzichten: Taalniveau B1 is geschikt voor de doelgroep. Bedrijfsprocessen worden het best uitgelegd met flowcharts, visuele tijdlijnen en speelse (gamified) kaarten.
Microlearning, herhaling, positieve feedback en kleine animaties verhogen de betrokkenheid van gebruikers.

Ideation:

Op basis van dit onderzoek zijn ontwerpvoorwaarden opgesteld. Deze zijn geprioriteerd met de MoSCoW-methode (Must have, Should have, Could have, Won’t have). Vervolgens zijn er verschillende ideeën en concepten bedacht via co-creatie en de NABC-methode. Van de drie uitgewerkte concepten is uiteindelijk het beste gekozen met behulp van een gewogen matrix en dotvoting met de doelgroep. De keuze viel op een e-learning met interactieve scenario’s.


Prototype

Het prototype is ontwikkeld in Articulate Storyline en gebaseerd op het uitgewerkte storyboard. Dit storyboard is getest met een expert in didactiek. Op advies van deze expert is de e-learning opgedeeld in twee delen:

Deel 1 : Informatieve modules over wat WvmP is, hoe het
samenwerkingsproces werkt, wat detacheren inhoudt en hoe de tarieven geregeld zijn.

Deel 2: Interactieve scenario’s waarin gebruikers de opgedane kennis in
praktijksituaties kunnen toepassen.

Evalueren:

In de evaluatiefase is het prototype getest om inzicht te krijgen in de gebruiksvriendelijkheid, begrijpelijkheid en effectiviteit voor de doelgroep. Hiervoor zijn zowel snelle als grondige evaluatiemethoden toegepast. De rapid evaluaties, zoals peer reviews en tussentijdse feedbackmomenten, hielpen om snel knelpunten te signaleren en direct aanpassingen te doen
tijdens het ontwikkelproces. Voor de rigor evaluatie is een uitgebreide gebruikerstest uitgevoerd. Hierbij doorliepen testpersonen verschillende scenario’s en gaven zij feedback via Likert-schalen en observaties.

Uit de resultaten bleek dat het prototype grotendeels voldeed aan de gestelde ontwerpcriteria, zoals duidelijke inhoud, gemakkelijke navigatie en begrijpelijke uitleg. Op basis van de feedback zijn gerichte verbeteringen doorgevoerd. Denk aan het herschikken van modules, het verduidelijken van knoppen en het aanpassen van teksten naar taalniveau B1.